Een check-in helpt om verbinding te maken aan het begin van een bijeenkomst zoals een groepsdiscussie, workshop of vergadering. Iedereen komt even kort aan het woord en beantwoord één of meerdere vragen.
Stappen
-
01
Kondig als facilitator het check-in moment aan en leg het proces uit aan de groep:
• We werken in Popcorn-stijl. Dit betekent dat er steeds willekeurig een deelnemer de beurt pakt, totdat iedereen geweest is.
• Het is geen gesprek, dus er hoeft niet gereageerd te worden. Heb je echt een vraag aan iemand, schrijf deze dan even op.
• Geef een tijdsindicatie aan. Bijvoorbeeld: iedereen krijgt 1 minuut. -
02
Introduceer de check-in vraag. De vraag kan betrekking hebben op de sessie, zoals:
• Wat is jouw eerdere ervaring met dit onderwerp?
• Wanneer is deze meeting voor jou geslaagd?
• Wat zijn je verwachtingen?De check-in kan ook gebruikt worden om elkaar beter te leren kennen, door bijvoorbeeld te vragen:
• Wat was je eerste baantje?
• Wie was jij als kind van 9 jaar?
• Als jij een weerbericht had, welk weer ben je dan nu?Je kan er ook voor kiezen om met maar één, twee of drie woorden in te checken. Dit werkt vooral om snel verwachtingen of de gemoedstoestand van de deelnemers op te halen.
-
03
Begin de check-in door zelf de vraag te beantwoorden. Geef het juiste voorbeeld door je goed aan de tijd en de vraag te houden. Ook de openheid en kwetsbaarheid die jij als facilitator op dat moment toont, zet de toon voor de rest van de groep.