Deze werkvorm helpt om elkaar beter te leren kennen tijdens een eerste bijeenkomst. Iedereen stelt zichzelf voor aan de hand van een persoonlijk object, waardoor je nét wat andere dingen van elkaar te weten komt dan bij een ‘standaard’ voorstelrondje met naam en functie.
Stappen
-
01
Geef alle deelnemers voorafgaand aan de bijeenkomst de opdracht om een object mee te nemen. Het object moet symbool staan voor datgene waardoor hij of zij gedreven wordt in zijn/haar werk of studie.
-
02
Je kan voor de zekerheid als facilitator ook zelf een aantal objecten meenemen. Bijvoorbeeld een wereldbol, moppenboek, meetlat, etc. Het alternatief voor objecten is om afbeeldingen of postkaarten mee te nemen als facilitator. Het nadeel is dat deze minder emotie oproepen dan echte voorwerpen.
-
03
Ga bij de start van de bijeenkomst in een kring zitten. Leg alle voorwerpen in het midden.
-
04
Vraag een deelnemer om een object aan te wijzen waar hij/zij nieuwsgierig van wordt. Degene van wie dit object is mag toelichting geven: Waar staat dit object symbool voor?
-
05
Stel als facilitator verdiepende vragen. Probeer helder te krijgen waar het object symbool symbool voor staat. Wat zegt dit over deze persoon? Wat zegt dit over waarom degene wilt bijdragen aan dit Learning Lab?
-
06
Vraag de persoon nadat hij/zij is uitgesproken om een ander object aan te wijzen. De eigenaar hiervan is nu aan de beurt. Ga zo door totdat alle objecten zijn opgepakt.